Andere boeken over het EK 1980

Er zijn maar heel weinig boeken over het EK van 1980.
Eentje in het Vlaams en eentje in het Duits, afkomstig uit de landen die de finale haalden.
Wat zeggen de biografieën van diverse betrokkenen? En zijn die boeken het lezen waard?

Karl-Heinz Rummenigge

Al in 1980 verscheen er in West-Duitsland een boek.
Karl-Heinz Rummenigge blikt in So wurden wir Europameister terug op het toernooi. Alle wedstrijden worden beschreven, die van West-Duitsland hebben een aparte terugblik van Rummenigge. Opvallend in de analyse van de wedstrijd tegen Oranje: dat het land benaderd werd als favoriet, "der Vice-Weltmeister". Het harde spel van Nederland werd verwacht, het zwakke voetbal verraste.

Geert De Vriese en Frank van Laeken

Pas in 2016 verscheen er in België een boek.
Geert De Vriese en Frank Van Laeken geven in De Grote Duivels een uitvoerig verslag van de wederwaardigheden der Belgen. De kwalificatie die begon met een flinke reeks van gelijke spelen. En een finaleplaats die met minimale voorsprong behaald werd. Zelfs het doelsaldo was gelijk aan de nummer twee, Italië, dat in het hele toernooi maar één doelpunt maakte. Slechts één overwinning behaalde het thuisland. Een lezenswaardig verslag, met (terecht) weinig aandacht voor het voetbal van Oranje. Aan het einde van het boek worden wel de wat zielige reacties in de Nederlandse pers genoemd.

Raf Willems

Dit is best nog wel een aardige terugblik op 1980.
Raf Willems en Hans Janssen hebben met Terug naar 1988 bij Roularta Books een boek met een wat misleidende titel uitgegeven. De ondertitel 'De geschiedenis van het EK 1960-2008' dekt de lading beter dan de namen en de foto's van Hans van Breukelen, Jan Wouters en Berry van Aerle. De voorkant lijkt aangepast voor de Nederlandse markt. 'Westduitse kleurloze krachtpatserij' is de titel van het twintig pagina's tellende hoofdstuk over het EK van 1980, waarin het accent wel heel sterk op België ligt. Toch is het geheel lezenswaardig, vooral vanwege de degelijke inhoud.

René en Willy van de Kerkhof

De door Guido Derksen geschreven biografie De Gebroeders bevat voor elk van de vier toernooien waarbij de tweeling betrokken was een apart hoofdstuk. Over Argentinië (zeven wedstrijden) worden er 33 pagina's geschreven, het hoofdstuk over 1980 (drie wedstrijden) slechts zes. Willy geeft toe weggespeeld te zijn door Bernd Schuster, terwijl hij de WK-finale in '78 'waarschijnlijk de beste wedstrijd uit z'n carrière' noemt. Een groot deel van de terugblik gaat over de pittige voorbereiding en over hoe derde doelman Hans van Breukelen de twee broers zag.

Lothar Matthäus

Ongeveer één procent van zijn autobiografie Gar oder ganz nicht besteedt Lothar Matthäus aan het EK van 1980, waar hij als 19-jarige debuteerde tegen Oranje. Hij beschrijft hoe hij Rep onderuit haalde, terwijl het toch echt Wijnstekers was. Hij vertelt ook dat hij moest ingrijpen omdat Stielike balverlies leed bij de middellijn, terwijl die collega daar helemaal niet stond, laat staan dat hij de bal had. Die strafschop, daar hadden hij en de scheids samen schuld aan. Want het was er inderdaad buiten... Lothar klaagt dat Derwall alle reserves in de wedstrijd daarna opstelde, behalve hem. In werkelijkheid startten er acht basisspelers uit de tweede wedstrijd en twee uit de eerste. Eén of allemaal, dat scheelt nog al.

Arie Haan

'Oranje: de neergang' is de titel van het hoofdstuk dat Arie Haan in Genoeg gelachen wijdt aan het toernooi in Italië. Hij beklaagt zich over weinig belangstelling van het publiek een paar maanden na het WK in Argentinië. Over de miskenning door Zwartkruis, de spijt om afgehaakt te hebben. De hand gaat in eigen boezem voor één van de doelpunten van Allofs: 'die fout had ik nou net niet mogen maken'. Kritisch is hij ook als hij zich na de laatste wedstrijd uitlaat over de tactische keuzes van de bondscoach. 'Met een pils in de hand roep ik wel eens meer dingen', geeft hij als nuancering voor de aangehaalde woorden in Voetbal International.

Johan Neeskens

Johan Neeskens zou na de finale in Buenos Aires nog maar zes keer voor Oranje uitkomen. Aan het toernooi van '80 droeg hij niet meer bij dan anderhalve kwalificatiewedstrijd. Zijn autobiografie Neeskens bevat bizarre onjuistheden in het hoofdstuk waar hij zijn oranjeloopbaan beschrijft. Nederland zou de wedstrijden tegen Schotland gewonnen hebben met 3-2 (in plaats van verloren). Bovendien beweert hij dat doelman Fillol de bal recht in zijn handen kreeg na die knal op de paal. Ook dat heeft weinig met de werkelijkheid te maken.

Huub Stevens

Huub Stevens speelde twee van de drie wedstrijden tijdens de eindronde. In Ongezouten ligt de nadruk op aanloop naar dat toernooi. Begrijpelijk, gezien zijn rol daarin. Huub wordt bejubeld na de EK-kwalificatie-interland tegen Polen. 'Een hoekschop werd bij de tweede paal weggekopt, terwijl ik tien meter van het vijandelijk doel stond. Ik keek de bal na die over mijn lichaam zeilde. Ik draaide me snel om, produceerde een omhaal en zag de bal over de Poolse keeper heen in het doel verdwijnen. Het meest belangrijke doelpunt dat ik in mijn carrière heb gescoord. Had ik niet gescoord dan had Oranje zich niet geplaatst voor het EK '80.'

Dick Nanninga

Dick Nanninga schreef geschiedenis in de finale van 1978 door dat ene doelpunt te maken. Jeroen Siebelink schreef een fraaie biografie over hem, die leest als een roman. De inhoud ervan is ook nogal geromantiseerd. Bedoeld of onbedoeld staan er dingen in die niet kloppen. Dat scheidsrechter Gonella in de finale meteen affloot na die bal tegen de paal bijvoorbeeld. Grappig zijn ook de herinneringen van zijn zoon. De kleine Fred mocht opblijven om de uitwestrijd tegen IJsland op tv te zien. Dat deed hij. Het punt is alleen dat de wedstrijd helemaal niet live werd uitgezonden. IJsland was destijds niet aangesloten op Eurovisienet. Het beschreven - inderdaad fraaie - kopdoelpunt van pa werd ook nogal overdreven.

Meer lezen?

Download gratis een kwart van het boek, of bestel een exemplaar voor € 19,80 via de knoppen hiernaast.